De OESO heeft een model voor een verdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing opgesteld met een artikelsgewijs commentaar. Het OESO-commentaar over de belastingheffing van ontslagvergoedingen in grensoverschrijdende situaties is in 2014 gewijzigd. De staatssecretaris van Financiën heeft aan dit gewijzigde commentaar in 2015 een beleidsbesluit gewijd. Dat beleid is nu gedeeltelijk herzien.
In het OESO-commentaar wordt opgemerkt dat toerekening van een ontslagvergoeding in algemene zin kan plaatsvinden op basis van de laatste twaalf maanden van uitoefening van de dienstbetrekking. Dat was het Nederlandse beleid. Meerdere verdragspartners geven een andere uitleg aan het OESO-commentaar. Volgens deze uitleg wordt de ontslaguitkering toegerekend overeenkomstig de diensttijd waarop de hoogte van de ontslagvergoeding is gebaseerd. Doorgaans is dit de volledige diensttijd bij de werkgever die de ontslaguitkering betaalt. Als het verloop van de dienstbetrekking niet kan worden achterhaald en de juiste toerekening ook niet op een andere wijze in redelijkheid kan worden benaderd, wordt teruggevallen op de laatste twaalf maanden van de dienstbetrekking. De staatssecretaris heeft zijn beleid daaraan aangepast. Deze uitleg kan worden toegepast bij ontslagvergoedingen die zijn genoten met ingang van 5 februari 2022.
Voor de toerekening van een ontslagvergoeding is niet van belang of de beloning al dan niet ten laste gekomen is van een werkgever in de werkstaat.