De Wet bedrag ineens, RVU (regeling vervroegd uittreden ) en verlofsparen wordt aangepast. Aanvankelijk was de opzet dat pensioengerechtigden de keuze hadden om een deel van hun pensioen in de vorm van een bedrag ineens op de pensioeningangsdatum tot uitkering te laten komen. Daar is een uitstelmogelijkheid aan toegevoegd, waardoor de uitbetaling van het bedrag ineens plaatsvindt in de maand februari van het jaar volgend op het jaar waarin de AOW-gerechtigde leeftijd wordt bereikt. Deze uitstelmogelijkheid moet voorkomen dat over het bedrag ineens AOW-premie is verschuldigd. De uitstelmogelijkheid wordt aangepast. De aanpassingen betreffen de doelgroep, de uitkeringsreeks en de maand van uitbetalen.
De doelgroep wordt beperkt tot mensen van wie de pensioeningangsdatum ligt in de maand waarin zij de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken of op de eerste dag van de daaropvolgende maand. Zij krijgen de mogelijkheid om het bedrag ineens tot uitbetaling te laten komen in de maand januari van het jaar volgend op het jaar waarin zij AOW-gerechtigd worden. Volgens de huidige wet vindt de uitbetaling plaats in de maand februari van dat jaar. Op het moment van pensioneren berekent de pensioenuitvoerder welk bedrag in de maand januari tot uitkering moet komen en zet dit bedrag apart. De levenslange periodieke pensioenuitkering wordt op het moment van het kiezen voor een bedrag ineens aangepast. Deze aanpassing moet de complexiteit en de kosten van de uitvoering verminderen en de begrijpelijkheid voor pensioengerechtigden verbeteren. De geplande datum van inwerkingtreding is 1 januari 2023.